Zonder beton is er geen groene transformatie mogelijk

Transparenz: Redaktionell erstellt und geprüft.
Veröffentlicht am

Anton Glasmaier, directeur van de Vereniging van Oostenrijkse prefabbetonbewerkers (VÖB), in een interview: Als je de bouw koolstofarm wilt maken, moet je de transformatie van minerale bouwmaterialen bevorderen.

Anton Glasmaier, Geschäftsführer des Verbands Österreichischer Betonfertigteilwerke (VÖB), im Interview: Wer den Bau dekarbonisieren will, muss die Transformation bei mineralischen Baustoffen fördern.
Interview "Gevraagd door". © Mihajlo-Maricic-istock-getty-images-

Zonder beton is er geen groene transformatie mogelijk

Meneer Glasmaier, het bouwmateriaal beton wordt vaak bekritiseerd door het publiek, terwijl hout in de media en politiek wordt gevierd als een duurzaam alternatief. Waarschijnlijk vind je dit niet leuk. Wat stoort je vooral?
Anton Glasmaier:
Wat mij het meest stoort, is het onevenwichtige beeld. Als je naar de werkelijke verhoudingen kijkt, hebben we het bij nieuwe gebouwen over 90 procent minerale bouwmaterialen – beton en baksteen – en slechts over ongeveer tien procent andere materialen zoals hout of staal. In sommige regio's, zoals Vorarlberg of Tirol, ligt het houtaandeel misschien iets hoger, maar in Oostenrijk ligt het gemiddeld rond de vier procent. Niettemin wordt hout onevenredig zwaar gesubsidieerd, en dat vind ik marktverstorend.

Geen hendel met hout

Kunt u dat specificeren?
Er zijn projecten waarbij de financiering voor houtbouw kan oplopen tot 75 euro per vierkante meter bruikbare ruimte. In sommige gevallen overschrijdt dit zelfs de verkoopprijs van beton. Dit is geen kleine stimulans, maar een enorme interventie in de markt. Als ik een product promoot dat slechts een marktaandeel van vier procent heeft, is dat vanuit het perspectief van het klimaatbeleid niet veel invloed. Waarom focus ik me niet op de 90 procent waar de grootste CO₂-besparing mogelijk is?

Anton Glasmaier
Anton Glasmaier

Wordt het CO₂-besparingspotentieel van beton voldoende benut?
De cementindustrie heeft de afgelopen jaren vooruitgang geboekt en de CO₂-uitstoot per ton cement met zo’n negen procent teruggebracht ten opzichte van vier jaar geleden. Dit waren de beroemde ‘laaghangende vruchten’. De volgende stappen vereisen echter aanzienlijke investeringen – in het afvangen, transporteren en opslaan van CO₂. Dit zijn miljardenprojecten. Helaas zie ik hier nog onvoldoende politieke steun.

U roept er dus op om prioriteit te geven aan de financiering van de minerale bouwmaterialenindustrie?
Als we echt CO₂-neutraal willen worden, kunnen we er niet omheen. Natuurlijk kun je hout ook promoten, maar niet met als doel de bouwsector te transformeren. Omdat de hoeveelheid hout die we nodig hebben niet bestaat: we nemen al 90 procent van de jaarlijkse houtgroei in Oostenrijk voor hun rekening. Meer zou alleen mogelijk zijn met herbebossing, waarvan de effecten tientallen jaren aanhouden.

En zelfs als er meer hout beschikbaar zou zijn?
Zelfs dan is de hefboomwerking beperkt. Als ik een stijging van tien procent behaal voor een materiaal met een marktaandeel van vier procent, kom ik op 4,4 procent. Dat brengt ons niet veel verder op de weg naar klimaatneutraliteit. We moeten beginnen waar de grote volumes zijn: met beton, met bakstenen, met minerale bouwmaterialen. En het gaat niet alleen om de productie: ook recycling speelt een centrale rol.

In welke mate?
In de branche hebben we het niet meer alleen over vers beton. Beton kan aan het einde van de levensduur van een gebouw worden hergebruikt – als recyclingmateriaal, bijvoorbeeld in de wegenbouw of zelfs in de bouwconstructie. Zo sluiten we de materiaalkringloop, wat uiterst ecologisch relevant is. Er is hier veel potentieel dat vaak van buitenaf over het hoofd wordt gezien.

Laten we het over een ander aspect hebben: de term “Houthybride bouwen” is ingeburgerd geraakt in de sector. Wat vind jij van deze term?
Dit is goede marketing, maar zelden accuraat. Ook de meeste zogenaamde houthybride gebouwen bestaan ​​grotendeels uit beton. Toch praat niemand over beton-hout-hybriden. Het lijkt alsof het woord ‘hout’ in de naam automatisch het beeld versterkt – ook al overheerst vaak de concrete inhoud. Een duidelijke definitie zou hier nuttig zijn: het bouwmateriaal dat het meest wordt gebruikt, moet ook in de naam voorkomen. Al het andere is misleidend.

Heeft beton volgens u een imagoprobleem?
Niet onder bouwers, planners en in de professionele wereld. Het probleem ligt meer bij de eindgebruiker. Hout heeft een positieve aantrekkingskracht vanwege zijn natuurlijkheid, terwijl beton vaak wordt geassocieerd met negatieve termen als “vloerafdichting” of “betonneren”. Beton heeft enorme voordelen: duurzaamheid, statica, brandveiligheid, weerstand - en door componentactivering ook energetisch potentieel. Helaas is dit in het publieke debat vaak ondervertegenwoordigd.

Waar denk je dat deze negatieve emotionaliteit vandaan komt?
Het is de afgelopen jaren toegenomen. Vroeger was een bouwkraan een symbool van vooruitgang, tegenwoordig wordt hij vaak gezien als een bedreiging. Daarnaast is er het Floriani-principe: niemand wil een steengroeve of een grindgroeve voor de deur, maar vaak wordt voorbijgegaan aan het feit dat bouwmaterialen ergens vandaan moeten komen.

Ziet u een fundamenteel misverstand onder de bevolking over hoe uw branche werkt?
In delen, ja. Onze sector is sterk regionaal georganiseerd. Stortklaar beton wordt bijvoorbeeld geleverd binnen een straal van 10 tot 30 kilometer. Veel fabrieken maken al gebruik van elektrische transportbanden of eigengewichtsystemen om grondstoffen efficiënt te transporteren. Deze inspanningen worden nauwelijks door het publiek ontvangen. Duurzaamheid betekent niet alleen hernieuwbare grondstoffen, maar ook korte afstanden, recycleerbaarheid en een lange levensduur. En dat is precies wat beton biedt.

Wat hoop je voor het toekomstige debat over de bouw?
Een op feiten gebaseerde, holistische benadering. Ik ben niet tegen hout, integendeel. Elk materiaal heeft zijn rechtvaardiging. Maar we moeten afstappen van ideologisch beïnvloede discussies en naar een aanpak die rekening houdt met impact, volume en efficiëntie. De financiering moet beginnen waar de CO₂-hefboom het grootst is. En dat is bij beton het geval. Wij als sector zijn bereid onze verantwoordelijkheid te nemen, maar dit vereist ook de politieke wil om ons te steunen.