Is Oostenrijk klaar?
Er wordt veel gediscussieerd over het onderwerp landgebruik. Milieuorganisaties roepen op tot een drastische vermindering van de bouwactiviteiten. De bouwsector acht dit onrealistisch.

Is Oostenrijk klaar?
"Oostenrijk is nog niet volledig opgebouwd. Iedereen die deze visie aanhangt, leeft ver weg van de realiteit." De uitspraak van Andreas Pfeiler, directeur van de Stone Ceramics Association, is behoorlijk provocerend - en heel bewust gekozen. Het is een antwoord op de vraag om het landgebruik drastisch terug te dringen. Concreet: het dagelijks landverbruik terugbrengen van 11 naar 2,5 hectare. Het werd recentelijk opgericht door de milieuorganisatie WWF.
Vereiste gedeeltelijk vervuld
Bodemconsumptie of landgebruik verwijst naar het afsluiten van de bodem door constructies zoals gebouwen of wegen, zodat neerslag er niet langer in kan dringen. Volgens openbaar beschikbare cijfers werd in 2024 bijna precies 3,7 procent van de oppervlakte van het land verzegeld. Het stomme aan de eis van de milieuorganisaties is dat daaraan al gedeeltelijk is voldaan.
Dat wijst marktonderzoeker Andreas Kreutzer, die zich intensief met de materie bezighoudt, op. In 2024 daalde het landgebruik voor het tweede jaar op rij: met 15,5 procent. Het dagelijkse grondverbruik in 2024 was dus niet 11, maar 6,75 hectare. Kreutzer schrijft de daling toe aan twee factoren: enerzijds was deze te wijten aan de zwakke bouwsector – en daarom niet duurzaam. Aan de andere kant kan de “Bodemstrategie Oostenrijk”, die in februari 2024 door staten en gemeenten werd goedgekeurd, ook een dempend effect hebben gehad.
Vakverenigingsvertegenwoordiger Pfeiler ziet zijn mening bevestigd door de feiten. Maar hij begrijpt de verschillende belangen: "We bevinden ons in een spanningsveld dat zorgvuldig moet worden afgewogen: er is een legitiem belang om spaarzaam om te gaan met het schaarse land. Aan de andere kant groeit de bevolking en daarmee ook de behoefte aan woonruimte en infrastructuur", zegt Pfeiler. “Ik neem maar het voorbeeld van de energietransitie: voor een windturbine heb je een toegangsweg en een fundering nodig. Zonder bouwwerkzaamheden gaat het niet.” Maar, vervolgt Pfeiler: "We moeten slimmer te werk gaan en met flexibele oplossingen een balans vinden tussen de verschillende belangen. Met een rigide doelstelling als de doelstelling van 2,5 hectare komen we nergens."
In de zomer publiceerde de bouwmaterialenindustrie het position paper “Oostenrijk is nog niet klaar!” gepresenteerd waarin het “perspectieven laat zien voor een duurzame toekomst, zowel op het gebied van bebouwing als landgebruik”. Dit position paper werd onlangs besproken met een topgroep van experts in Wenen. De voor de hand liggende en waarschijnlijk retorische titel van het evenement: “Is Oostenrijk klaar?”
Pfeiler maakte het standpunt van de bouwmaterialenindustrie duidelijk: “De Oostenrijkse bouwmaterialenindustrie ziet zichzelf als een verantwoordelijkheid hier en zoekt de dialoog met belanghebbenden om samen haalbare oplossingen te vinden over hoe landgebruik duurzaam kan functioneren.” Om het noodzakelijke evenwicht tussen individuele belangen te vinden, is “strategisch landbeheer met duidelijke doelen” nodig, legt Arthur Kanonier, hoofd van de onderzoeksafdeling voor bodembeleid en bodembeheer aan de Technische Universiteit van Wenen, uit. Ongeveer 6.000 km² van het lokale gebied is al in gebruik, ongeveer de helft ervan is bestemd voor bouwgrond en een kwart ervan is nog steeds onontwikkeld. Met de bevolkingsgroei neemt ook de druk op de beschikbare ruimte toe. “Het is niet aan de orde om uit te breiden, maar om gebieden die al ontwikkeld zijn te verdichten”, aldus Kanonier.
Verdichting kan een belangrijke bijdrage leveren aan het zuinig gebruik van de bodem. De architect Armin Mohsen Daneshgar legde het potentieel uit van het toevoegen van verdiepingen aan bestaande gebouwen: “De daken van Wenen bieden ongeveer drie miljoen vierkante meter ruimte voor 200.000 appartementen.” Er kan minimaal één verdieping worden gebouwd, maar meestal meerdere, zonder dat de woonkwaliteit van de lagere verdiepingen wordt aangetast. Verdere positieve effecten: daktuinen als groene oase en tot 80 procent energiebesparing als bij de uitbreiding ook het bestaande gebouw wordt gerenoveerd.
Pfeiler beschouwt verdichting ook als een centrale hefboom. Hij denkt ook na over het gebruik van bouwgrond die al in gebruik is genomen: “Waarom nieuwe gebieden afdichten als ruim 67.000 hectare als bouwgrond is bestemd maar niet wordt gebruikt?” De mobilisatie van deze gebieden is een van de belangrijkste taken. Dit omvatte bouwgaten in de stad, het uitbreiden van bestaande dakruimtes en het toenemende verdichten van bestaande gebouwen.
"Natuurlijk zijn we geïnteresseerd in de bouw. Maar we willen verantwoordelijk handelen en daar zetten we ons voor in", legt Roland Hebbel van de Centrale Vereniging van Fabrikanten van Industriële Bouwproducten uit. Voor hem betekent dat: nieuwbouw, ja, maar dan duurzaam. Daniel Fügenschuh, voorzitter van de Federale Kamer van Civiele Ingenieurs, riep ook op tot een koerswijziging: "Elk jaar gebruiken we een gebied ter grootte van Eisenstadt. Dit vergroot het risico op overstromingen, hitte-eilanden en andere rampen." Zijn oplossing: beter gebruik maken van bestaande gebouwen en stadscentra. Renovaties, de mobilisatie van brownfields en de transformatie van oude commerciële gebieden zouden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het creëren van nieuwe woonruimte zonder extra land te verbruiken.
De Oostenrijkse grondstrategie heeft tot doel het landgebruik tegen 2030 substantieel te verminderen. Het huidige overheidsprogramma definieert verschillende uitgangspunten voor bouwen zonder grond, zoals het voorrang geven aan landrecyclage boven herontwikkeling, en renovatie boven nieuwbouw. Nu zullen we zien wat dit in de praktijk betekent.
“We zien onszelf bevestigd in onze inspanningen van de afgelopen jaren”, zegt Pfeiler, directeur van de vereniging. De brancheorganisatie dringt al jaren aan op maatregelen als dichtbouwen, “omdat dit ook energie bespaart.” Daarnaast zijn minerale bouwmaterialen duurzaam, circulair en multifunctioneel en maken ze bouwen op grotere hoogte en met hogere dichtheden mogelijk. Vertegenwoordiger van bouwproductenfabrikant Hebbel: “Op deze manier kan bouwgrond worden gemobiliseerd en het gebruik van grond worden geminimaliseerd.”
Feiten over landgebruik in Oostenrijk
- Bereits genutzt: 5.902 km² (7 Prozent der Staatsfläche)
- Davon versiegelt: 52,5 Prozent (3,7 Prozent der Staatsfläche)
- Flächenneuinanspruchnahme 2024: 24,7 km² (minus 15,5 Prozent zum Vorjahr)
- Täglicher Durchschnitt 2024: 6,75 Hektar
- Gewidmetes, unbebautes Bauland: rund 67.000 Hektar
- Wohnbedarf Wien: rund 15.000 neue Wohnungen pro Jahr
- Potenzial Wiens Dachflächen: 200.000 Wohnungen