Meer moed van politici zou goed zijn
Stiebel Eltron wil groeien in Oostenrijk en marktaandeel winnen. De focus ligt op duurzaamheid en een uitgebreid productaanbod – en hoopt op meer moed van de politiek.

Meer moed van politici zou goed zijn
Thomas Mader is er zeker van: “De energietransitie zal alleen slagen als politiek, bedrijfsleven en samenleving de handen ineenslaan en als economische prikkels, wettelijke kaders en technologische innovaties met elkaar in harmonie worden gebracht”, is hij ervan overtuigd. “We doen iets heel verstandigs – en politici moeten dat ook ter harte nemen.”
Nog steeds erg goed tot juli
Wij, de directeur van Stiebel Eltron Oostenrijk, bedoelen de sector voor huishoudelijke verwarming, die duidelijkheid nodig heeft over de routekaart voor het koolstofvrij maken. Dit jaar heeft de sector te lijden onder het abrupte einde van de subsidies voor de vervanging van ketels, waaronder die van Stiebel Eltron. De eerste helft van het jaar was nog steeds positief voor het bedrijf: het bedrijf kon winst boeken ten opzichte van het voorgaande jaar, vooral in het warmtepompsegment. “De binnenkomende orders ontwikkelden zich tot eind juli zeer goed”, zegt Mader.
Sinds de oude financieringsregels afliepen, is er echter sprake van een echte inzinking op de markt. Fabrikanten verwachten nu dat de warmtepompproductie over het hele jaar met 20 procent zal afnemen. Bij Stiebel Eltron verwacht je dat het beter gaat. “We verwachten een daling, maar meer in de orde van vijf tot tien procent”, zegt Mader. Het jaar wordt geen recordjaar zoals 2024, maar “zeker een verstandig jaar”.
Het vooruitkijken kenmerkt zich door onzekerheid – vooral met betrekking tot de aangekondigde nieuwe financieringsstructuur, waarover momenteel wordt gesproken. Er wordt gespeculeerd dat er in november of december opnieuw financieringsaanvragen kunnen worden ingediend, wat het lopende jaar mogelijk een nieuwe impuls zou kunnen geven. Vanuit het standpunt van Mader is het perspectief op de middellange termijn echter veel belangrijker. Het kabinet wil de vervanging van ketels financieren met in totaal 1,5 miljard euro in 2030. Mader juicht deze maatregel toe: “Dit geeft een duidelijke tijdshorizon en maakt de planning veel betrouwbaarder.”
Mader is echter kritisch over de eerder bekende details van de geplande maatregelen. Voor de overstap van olie en gas is een financieringsbedrag van 300 miljoen euro per jaar gepland, maar hoeveel financiering per huishouden daadwerkelijk zal zijn, is nog onduidelijk. Mader pleit voor realistische en effectieve prikkels: “Met 2.000 euro per systeem zullen we geen grote aantallen eenheden zien. Het hoeft ook geen 10.000 euro te zijn, maar een marge van 7.500 tot 9.000 euro, zoals we al hadden, zou een verstandig compromis zijn.”
De algemeen directeur zou graag aanzienlijk meer moed zien van de overheid op het gebied van economisch en klimaatbeleid. Wat er nu besproken wordt is “te braaf en niet vernieuwend genoeg”. Oostenrijk dreigt zijn klimaatdoelstellingen niet te halen – met dure gevolgen op de lange termijn: als Oostenrijk op een gegeven moment CO₂-certificaten moet kopen omdat de doelstellingen niet zijn behaald, zou dat ‘contraproductief’ zijn. In plaats daarvan zijn echte economische impulsen nodig die tegelijkertijd de binnenlandse waardecreatie veiligstellen. Mader: “De warmtepompindustrie is sterk verankerd in Oostenrijk en biedt een enorm potentieel voor de economie en het milieu.”
Voor hem zou een combinatie van gerichte financiering en duidelijke wettelijke vereisten effectief zijn: “Je kunt nu prikkels proberen – maar als de wisselkoers te laag blijft, kun je een juridisch kader creëren.” Concreet: De overheid zou een tijdschema kunnen vaststellen waarin duidelijk wordt gecommuniceerd dat ketelvervanging vanaf een bepaald moment verplicht is. “Iedereen die vandaag investeert, moet weten dat de overstap niet alleen wordt aangemoedigd, maar op de middellange termijn ook verplicht zal zijn”, zegt Mader. “Maar het is ook noodzakelijk dat de overheid zich opnieuw serieus gaat richten op het doel om in 2040 klimaatneutraliteit te bereiken.”
Ondanks de economische neergang blijft de manager van Stiebel Eltron optimistisch. Vanaf het tweede kwartaal van 2026 verwacht hij weer een opleving in de woningbouw – niet alleen op het gebied van renovaties, maar ook in de nieuwbouw. “We zien dat de coöperaties weer meer opdrachten gunnen. De bouwkosten zijn gedaald en we verwachten ook dat de rente verder zal dalen”, zegt hij. Hiermee wordt de basis gelegd om zowel renovatie als nieuwbouw weer op te pakken.
Stiebel Eltron beschouwt zichzelf als strategisch goed gepositioneerd in Oostenrijk. Het bedrijf wil blijven groeien en marktaandeel winnen. Volgens Mader is dit vooral mogelijk door de uitbreiding van het productportfolio: naast warmtepompen zullen in de toekomst ook andere segmenten van de gebouwtechnologie meer in beeld komen - zoals woonkamerventilatie, appartementstations of oplossingen voor woongebouwen met meerdere verdiepingen. "In het verleden heeft Stiebel zich misschien sterk gericht op elektrische warmwaterverwarming. Tegenwoordig kunnen we de hele gebouwtechniek bestrijken.
Onze eigen productie speelt een centrale rol. Mader: “Dat is belangrijk voor ons – we bieden complete oplossingen vanuit één bron en met een hoge mate van verticale integratie.” Het uitgebreide productassortiment vormt de basis voor verdere groei op de Oostenrijkse markt. Het wil in de toekomst ook punten scoren op gebieden waar het bedrijf voorheen minder aanwezig was.
Mader maakt zich ook bijzonder zorgen over de sociale missie van de industrie. Werken aan duurzame energietechnologie is niet alleen economisch zinvol, maar ook zinvol: “Wij opereren in een gebied waar je met je dagelijkse werk echt iets positiefs kunt doen voor het milieu.” Dit geldt niet alleen voor de bedrijfsstrategie, maar ook voor het zelfbeeld van de medewerkers. "Duurzaamheid moet een bedrijfsmodel zijn - en dat is precies wat het voor ons is. Economisch haalbaar en ecologisch verantwoord tegelijk."