Drijvende kracht van de circulaire economie
De BRV vierde 35 jaar succesvol werk op het gebied van recycling, afvalbeheer en circulaire economie

Drijvende kracht van de circulaire economie
In zijn toespraak keek BRV-directeur Tristan Tallafuss naar de afgelopen drieënhalf decennia en naar de toekomst. “Deze 35 jaar werden gekenmerkt door veel uitdagingen, maar ook door talloze innovaties”, zegt Tallafuss. Recycling en duurzaamheid waren in 1990 nog marginale onderwerpen. Maar stap voor stap heeft de vereniging zich gevestigd en is nu een erkende stem in de afval- en circulaire economie.
Vooruitkijken
Tallafuss benadrukte dat de BRV een drijvende kracht en een bron van inspiratie was geworden. Met praktische richtlijnen, onderzoeksprojecten, certificeringen en nauwe samenwerking met de bouwsector en de politiek is het mogelijk geweest om de recycling van bouw- en sloopmaterialen gestaag vooruit te helpen. Maar het jubileum was niet alleen een moment van terugblik. Bovenal lag de focus op het vooruitkijken: klimaatverandering, behoud van hulpbronnen en de circulaire economie zullen de komende jaren de grote onderwerpen zijn. De BRV wil impulsen blijven geven en verandering stimuleren – in overeenstemming met haar grondidee om bouwmaterialen niet als afval te zien, maar als een hulpbron.
Politici maakten ook van de gelegenheid gebruik om het werk van de vereniging te erkennen. In zijn welkomstwoord benadrukte bondsminister Norbert Totschnig dat sinds de oprichting van de BRV miljoenen tonnen sloopmateriaal niet zijn weggegooid, maar hergebruikt. Dit is niet alleen een bijdrage aan het behoud van hulpbronnen, maar ook aan het verminderen van de hoeveelheid stortplaatsen en de uitstoot.
Toekomstperspectieven voor duurzaamheid

Universitätsprofessorin von der Universität für Bodenkultur Wien ©Eva Drosdek Fotodesign
Een hoogtepunt van de avond was de keynote speech van universiteitsprofessor Marion Huber-Humer van de Universiteit voor Natuurlijke Hulpbronnen en Levenswetenschappen Wenen. Met haar vraag “Wat is duurzaamheid?” ze leidde een boog van de geschiedenis naar de toekomst.
Historische wortels: Al in de 18e eeuw definieerde Hans Carl von Carlowitz duurzaamheid als een vorm van evenwicht in de bosbouw: er mag slechts zoveel hout worden verwijderd als er terug kan groeien.
Met het Brundtlandrapport uit 1987 kreeg duurzaamheid een mondiale dimensie – als een ontwikkeling die tegemoetkomt aan zowel huidige als toekomstige behoeften.
In de EU Taxonomy Regulation 2020 wordt duurzaamheid uiteindelijk beschreven als een economische activiteit die actief bijdraagt aan klimaatbescherming, behoud van hulpbronnen, de circulaire economie en de bescherming en het herstel van biodiversiteit en ecosystemen, zegt Huber-Humer.
Mondiale en Europese doelstellingen
De spreker herinnerde eraan dat er wereldwijd al zo'n tien jaar duurzaamheidsdoelstellingen zijn gedefinieerd, zoals de Sustainable Development Goals (SDG's) van de Verenigde Naties. In de Europese Unie zijn deze doelstellingen onder meer verankerd in het Actieplan Circulaire Economie 2020.
De langetermijnplannen zijn bijzonder ambitieus: een volledige decarbonisatie van de energiesector en klimaatneutraliteit in 2050. Maar Huber-Humer waarschuwde: “We zijn efficiënter geworden en het aandeel van alternatieve energieën is toegenomen. Maar zonder fundamentele transformaties zullen de doelstellingen voor 2050 niet haalbaar zijn.”
Onderzoek, randvoorwaarden en financiering
Een belangrijke rol wordt gespeeld door het UniNEtZ-project, een alliantie van wetenschappers en kunstenaars uit 19 partnerinstellingen, dat een alomvattend document ontwikkelde met 150 opties en ruim 1.000 concrete maatregelen om de SDGs tussen 2019 en 2021 te implementeren. Huber-Humer bekritiseerde de complexiteit van de randvoorwaarden: het afvalrecht alleen al is sinds 1993 gegroeid van 103 naar ongeveer 1.800 pagina’s in de laatste versie uit 2025. Daarnaast om structuren en financiering duidelijk te maken is bijzonder cruciaal. “We moeten de begrotingen in de goede richting sturen”, eiste Huber-Humer. Subsidies voor fossiele brandstoffen moeten opnieuw worden toegewezen en geïnvesteerd in duurzame technologieën.
De bouwsector als sleutelgebied
De deskundige besteedde bijzondere aandacht aan de bouwsector, die een enorme duurzaamheidsrelevantie heeft: de bouwsector is verantwoordelijk voor ruim een derde van het mondiale grondstoffenverbruik, 36 procent van het energieverbruik in de EU, een derde van de CO₂-uitstoot en een derde van de afvalproductie. Deze dimensies laten zien hoe groot de invloed van de sector is.
Eer
Het evenement werd afgesloten met het eren van oude metgezellen van de vereniging. Hiermee eerde de BRV de persoonlijkheden die met hun inzet en expertise de afgelopen decennia de ontwikkeling van de industrie hebben aangestuurd.
Eerst en vooral werd Martin Car, oud-BRV-directeur, geëerd. Tot de oude metgezellen die door BRV-president Thomas Kasper in de schijnwerpers werden gebracht, behoorden Günter Gretzmacher, Leopold Zahrer, Kurt Bernegger, Christian Holzer en de eerste BRV-president Walter Seeböck.
